De CO2 Prestatieladder is hét instrument in Nederland om organisaties en overheden te stimuleren hun CO₂-uitstoot structureel te verlagen. Niet alleen binnen de eigen organisatie, maar ook in de gehele keten. De publicatie van het nieuwe Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder markeert een belangrijke stap in de verduurzaming van de Nederlandse bedrijfsvoering. In dit blog lees je:
✓ Wat de belangrijkste wijzigingen zijn;
✓ Wat deze veranderingen betekenen voor jouw organisatie;
✓ Wat de belangrijkste data zijn in de overgangstermijn;
✓ Hoe je de overstap maakt naar Handboek 4.0.
De CO2 Prestatieladder is een certificeringssysteem dat organisaties helpt om hun CO₂-uitstoot te monitoren, reduceren en rapporteren. Het systeem is ontwikkeld door Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) en wordt breed toegepast in zowel de publieke als private sector. Organisaties kunnen zich certificeren op verschillende niveaus (treden), afhankelijk van hun inspanningen en prestaties op het gebied van CO₂-reductie. De ladder wordt vaak gebruikt in aanbestedingen als gunningscriterium, waardoor duurzaam gedrag direct concurrentievoordeel oplevert.
De komst van het nieuwe Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder betekent een verschuiving naar ambitieuzere en meer resultaatgerichte doelstellingen. Hieronder lichten we de belangrijkste wijzigingen toe.
1. Minder niveaus op de CO2 Presatieladder: van 5 naar 3 treden.
Een belangrijke wijziging is de herstructurering van de niveaus van de CO2 Prestatieladder. Waar in de vorige versie vijf treden bestonden, is het systeem nu vereenvoudigd naar drie treden.
Let op! Trede 4 in ontwikkeling. Momenteel wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een vierde trede binnen de CO2 Prestatieladder. Deze trede zal enkel zijn weggelegd voor de absolute koplopers op het gebied van CO2-reductie. Het voornaamste verschil ten opzichte van trede 3 is dat organisaties voor trede 4 aantoonbaar sneller naar 0-emissie gaan. Ook geldt dat organisaties nog concreter moeten aantonen hoe ze hun doelen en ambities gaan bereiken. Deze trede zal dan ook op z’n vroegst pas in 2026 worden geïntroduceerd.
2. Opstellen klimaattransitieplan: focus op de lange termijn
Met de invoering van Handboek 4.0 wordt het voor alle gecertificeerde organisaties verplicht om een klimaattransitieplan op te stellen. In dit plan beschrijft de organisatie hoe zij uiterlijk in 2050 klimaatneutraal wil zijn, oftewel: hoe zij haar CO₂-uitstoot terugbrengt naar netto nul. Het plan moet niet alleen een heldere einddoelstelling bevatten, maar ook concrete tussentijdse mijlpalen en een onderbouwde strategie om deze te realiseren. Deze nieuwe verplichting benadrukt het belang van een langetermijnvisie op duurzame ontwikkeling.
De zwaarte van de eisen varieert per trede. Op de lagere treden ligt de nadruk op het formuleren van de bouwstenen van het plan, zoals inventarisatie en bewustwording. Hogere treden vereisen een steeds uitgebreider, strategischer en beter onderbouwd transitieplan, met duidelijke verantwoordelijkheden, monitoring en integratie in de bredere bedrijfsstrategie.
3. Meer nadruk op scope 3-emissies
Waar eerdere versies van de CO2 Prestatieladder vooral de focus legden op de directe uitstoot binnen de eigen organisatie (scope 1 en 2), verschuift Handboek 4.0 de aandacht nadrukkelijk naar scope 3-emissies. Dit betreft de indirecte CO₂-uitstoot die ontstaat in de bredere waardeketen, bijvoorbeeld bij de productie van ingekochte materialen, het transport van goederen, of de verwerking van afvalstromen. Organisaties worden nu geacht deze emissies veel beter in kaart te brengen en op basis daarvan concrete reductiedoelstellingen te formuleren. Het opnemen van scope 3 als integraal onderdeel van het certificeringskader betekent een belangrijke stap richting ketenverantwoordelijkheid. Door ook buiten de eigen muren impact te maken, draagt dit bij aan een effectievere en bredere verduurzaming van bedrijfsprocessen.
4. Betere dataverzameling en -monitoring cruciaal
Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder stelt aanzienlijk hogere eisen aan de manier waarop organisaties hun duurzaamheidsdata verzamelen en monitoren. Organisaties moeten niet alleen hun CO₂-uitstoot voor scope 1, 2 en 3 berekenen, maar ook een energiebalans opstellen. Deze balans geeft inzicht in waar binnen de organisatie het meeste energie wordt verbruikt en waar de grootste kansen liggen voor reductie. Het doel is niet alleen om data te verzamelen, maar om deze daadwerkelijk te benutten als sturingsmiddel voor verbetering. Daarnaast krijgen organisaties toegang tot een centraal platform waarin zij hun uitstoot kunnen registreren en hun voortgang inzichtelijk kunnen maken – ook in vergelijking met andere organisaties binnen hun sector. Daarmee wordt monitoring niet alleen een verplichting, maar ook een middel om continu te verbeteren.
5. Afgestemd op de nieuwe CSRD-richlijn
Handboek 4.0 sluit aan bij de eisen van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de nieuwe Europese regelgeving die organisaties verplicht om transparant te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen. Deze aansluiting betekent dat organisaties die gecertificeerd zijn op de CO2 Prestatieladder hun bestaande data en rapportages grotendeels kunnen hergebruiken voor de CSRD-verplichting. Een voorbeeld: de voetafdruk die zij op basis van de CO2 Prestatieladder berekenen kan direct worden gebruikt voor de CSRD-rapportage, omdat dezelfde scope-indeling wordt gebruikt en het is toegestaan om tank-to-wheel-emissies te gebruiken. Dit bespaart niet alleen tijd en middelen, maar zorgt ook voor meer samenhang tussen certificering en wettelijke verslaglegging, wat de administratieve last voor organisaties aanzienlijk verlicht.
Wat betekent Handboek 4.0 voor jouw organisatie?
De invoering van Handboek 4.0 heeft impact op alle organisaties en overheden die momenteel gecertificeerd zijn op de CO2 Prestatieladder, of overwegen om dat in de toekomst te doen. De aangescherpte eisen vragen om een bredere en diepere verantwoordelijkheid voor de totale CO2-uitstoot – niet alleen die binnen de eigen organisatie, maar ook die in de volledige waardeketen.
Dit betekent dat jouw organisatie de aanpak moet verdiepen: van het verbeteren van dataverzameling en monitoring tot het opstellen van meetbare reductiedoelstellingen, ook buiten de eigen grenzen. Om aan de nieuwe standaard te blijven voldoen, zullen bestaande processen kritisch moeten worden herzien en verder geprofessionaliseerd. Handboek 4.0 vraagt daarmee om een strategische benadering van CO₂-reductie, ingebed in het hart van de organisatie.
De SKAO heeft op 14 januari 2025 het Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder gepubliceerd. Deze versie vervangt Handboek 3.1. Om certificatiehouders, certificerende instellingen (CI’s) en aanbestedende diensten voldoende tijd te geven voor de overstap, is een overgangsregeling van drie jaar van kracht. Gedurende deze periode kunnen organisaties zich voorbereiden op de nieuwe eisen, onder dat direct aan alle voorwaarden van Handboek 4.0 hoeft te worden voldaan.
Wil je meer weten over wat deze overgangsregeling precies inhoudt en wat dat betekent voor jouw organisatie? In een uitgebreid blog over de overgangstermijn van Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder leggen we alles helder uit.
De belangrijkste data op een rijtje:
De overstap van Handboek 3.1 naar Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder betekent voor veel organisaties een ingrijpende verandering. De nieuwe eisen zijn ambitieuzer, complexer en vragen om een bredere verantwoordelijkheid — binnen de eigen organisatie én in de keten. Toch is deze overgang goed te realiseren, mits je tijdig begint en gestructureerd te werk gaat. Het creëren van overzicht, het stellen van duidelijke prioriteiten en het gericht toewerken naar certificering onder versie 4.0 zijn daarbij cruciaal.
Om je op weg te helpen, delen we vijf praktische stappen waarmee je direct aan de slag kunt.
Stel vast op welk trede je je wilt laten certificeren. Wil je op het basisniveau starten (trede 1), of is doorgroeien naar trede 2 of 3 een logische stap in jouw duurzaamheidsstrategie?
Voor veel organisaties die nu gecertificeerd zijn op niveau 3 van Handboek 3.1, zal de overstap naar trede 1 relatief weinig aanpassingen vergen. Maar het is belangrijk om nu al te bepalen of je op termijn meer impact wilt maken — en dus hogere ambities stelt.
Breng in kaart wat het verschil is tussen je huidige situatie onder Handboek 3.1 en de eisen van versie 4.0. Deze analyse vormt de inhoudelijke basis voor je overgangsstrategie. Je krijgt inzicht in welke onderdelen nog niet voldoen en wat er nodig is om het gewenste ambitieniveau op de ladder te bereiken.
Bekijk per eis uit Handboek 4.0 wat dit concreet betekent voor jouw organisatie. Koppel de nieuwe norm aan de ambities, doelen en maatregelen van jouw organisatie. Zorg dat het niet bij een papieren exercitie blijft, maar dat je de norm doorvertaald naar uitvoerbare acties en beleidskeuzes die passen bij je bestaande structuur.
Leg vast welke stappen je wanneer neemt om aan de nieuwe eisen te voldoen. Benoem prioriteiten, deadlines en benodigde middelen. Zorg daarnaast dat verantwoordelijkheden helder zijn en de juiste mensen betrokken zijn bij het proces van transitie.
Ga aan de slag met het doorvoeren van de eerste veranderingen. Richt je op de onderdelen die de grootste impact hebben, zoals het verbeteren van je dataverzameling, het opstellen van een energiebalans of het betrekken van je ketenpartners bij scope 3-reductie.
Bij Cuccibu bieden wij organisaties en overheden de nodige ondersteuning bij de implementatie van de nieuwe eisen uit Handboek 4.0 van de CO2 Prestatieladder. Of je nu een gapanalyse nodig hebt, hulp bij de dataverzameling of ondersteuning bij het opstellen van een klimaattransitieplan, wij staan klaar om je door het gehele transitieproces te begeleiden. Wij helpen je niet alleen voldoen aan de nieuwe eisen, maar ook om duurzame stappen te zetten richting een klimaat neutrale toekomst.
Reduce Risk, Create Value!
Bron: Diverse artikelen website CO2 Prestatieladder (https://www.co2-prestatieladder.nl).